In het voorjaar van 1990 werd voor de eerste keer met de Zeester op het wrak van de Oriente gedoken. De jaren daarvoor hadden we al met een ingehuurde sportvissersboot een aantal duiken op het wrak gemaakt. Het zicht was weken achtereen uitzonderlijk goed, meer dan 15 M. Het wrak ligt op een diepte van 25 M, als je boven het wrak zwom, 16 M onder de waterspiegel, zag je de Zeester dobberen aan de ankerlijn.

Er lag in 1990 een compleet schip op zijn stuurboordkant. De brug met de bemanningsverblijven, de schoorsteen en de masten met lierhuizen waren nog aanwezig. Toen wij in het voorjaar 2003, 37 jaar na het zinken, weer op het wrak gingen duiken, bleek dat de brug en de schoorsteen waren verdwenen. Deze waren doorgerot en onder het zand verdwenen. In 2009 keerden we terug naar het wrak van de Oriente en constateerden dat alleen het vlak nog rechtop stond. De zijkant, de dekken en de lierhuizen waren ingezakt tot een hoop spanten en platen. 43 jaar na het zinken was het wrak grotendeels in het zand verdwenen.

De Oriente was een Cubaans vrachtschip van 3100 ton. Op 8 april 1966 kwam de Oriente in zeer dichte mist in aanvaring met het Noorse schip de Stavfjord. De Stavfjord zonk al snel en de bemanning is overgestapt op de Oriente. Omdat de Oriente ook zinkende was, werd er om hulp gevraagd via de marifoon. De reddingboot Gebroeders Luden uit Oostmahorn, met schipper Siep Zeeman, haalde beide bemanningen van de Oriente, die even later ook zonk. Wij spraken met Siep Zeeman over deze redding; hij vertelde dat de gesprekken via de marifoon van de Oriente door de Noorse kapitein werden gedaan, omdat de Cubaanse kapitein in paniek was en gebrekkig Engels sprak. De Cubaanse kapitein nam alleen het portret van Fidel Castro mee.

Zowel de positie van de Oriente als van de Stavford staan in het wrakkenregister. Wij hebben drie maal naar de Stavford gezocht, maar konden niets vinden op de geregistreerde positie. Later hoorden wij dat de Stavford was geborgen.